Teken bij de hond: een veelvoorkomend probleem
Teken zijn kleine spinachtige parasieten die zich voeden met bloed van warmbloedige dieren, waaronder honden. Ze zijn ongeveer 2 mm groot en kunnen worden gezien als kleine bruine stipjes op de huid van een hond.
Hoe komen teken op een hond terecht?
Teken leven veelal in struiken en hoog gras en komen bijna overal in Nederland voor. Ze kunnen op honden terechtkomen tijdens een wandeling of tijdens het spelen in een gebied waar teken aanwezig zijn. Teken worden aangetrokken door de warmte en geur van mensen en dieren. Wanneer een teek een warmtebron waarneemt kan het zich laten vallen op de bron of eventueel omhoog kruipen bij de bron. Vervolgens zal de parasiet zich vastbijten in de huid. Een teek zuigt bloed op en vormt zich tot een zwart bolletje. Na een aantal dagen, wanneer een teek voldoende bloed opgenomen heeft, laat de parasiet weer los.
Wat zijn de symptomen van een tekenbeet bij een hond?
Vaak neem je een teek waar doordat je een klein ‘bultje’ voelt wanneer je jouw hond aait. Heb je een kortharige hond, dan kan je dit kleine spinachtige ‘bultje’ op de huid ook zien; probeer je het spinachtige ‘bultje’ weg te vegen, dan lukt dit niet, de teek heeft zich overigens vastgebeten in de huid. Teken vestigen zich graag op de kop, in de nek, in of op de oren en op de poten. Uiteraard kan een teek zich overal op het lichaam van een hond vestigen.
Voel je een ‘bultje’ of neem je er een waar en constateer je dat het om een teek gaat? Haal deze dan zo snel mogelijk weg met een tekentang. Hoe sneller je een teek verwijderd, hoe kleiner de kans is dat het dier de ziekte van Lyme kan krijgen.
Wanneer een teek vanzelf loslaat, veelal duurt dit een paar dagen, is een van de meest voorkomende symptomen een kleine, rode bult op de huid waar de teek zich heeft vastgebeten. Deze bult kan geïrriteerd of gezwollen zijn en in de meeste gevallen is deze binnen 10-14 dagen weer weg. Soms kan de hond echter koorts of gedragsveranderingen vertonen. In ernstige gevallen kan een tekenbeet leiden tot infecties of ziekten zoals de ziekte van Lyme of Babesiose.
Als je bij jouw hond of kat een rode kring rondom de beet ziet ontstaan neem dan contact op met de dierenarts. Vooral als de rode kring zich in een cirkelvorm verspreidt. Door de vacht van een dier zijn de kringen niet altijd even goed zichtbaar. Ziektes kunnen zich verder gaan ontwikkelen en de hond kan last krijgen van gewrichtsklachten, koorts, trillingen en duizeligheid. De bacterie die voor de ziekte van Lyme zorgt plaatst zich in het centrale zenuwstelsel en hindert de werking van de zenuwen. Dit kan uiteindelijk verlammingsverschijnselen veroorzaken. Bij mensen gaat vaak eerst de mondhoek scheef staan en een oog wil niet meer dichtgaan. Met antibiotica kan je de ziekte van Lyme behandelen.
Ziekte van Lyme na tekenbeet bij de hond
De ziekte van Lyme is een van de meest bekende ziektes die door teken wordt overgebracht. Deze ziekte wordt veroorzaakt door de Borrelia burgdorferi bacterie en wordt vaak overgebracht door de Ixodes teek. Onderzoekers denken dat ongeveer 10% tot 50% van de teken besmet zijn met de ziekte van Lyme. Teken die niet besmet zijn met de ziekte kunnen dus ook geen Lyme overbrengen. Symptomen van de ziekte van Lyme bij honden kunnen variëren van mild tot ernstig en kunnen onder andere koorts, vermoeidheid, stijve gewrichten en zwelling van de lymfeklieren omvatten. In geval van het vermoeden van de ziekte van Lyme bij je hond, is het belangrijk om zo snel mogelijk een dierenarts te raadplegen voor behandeling en om verdere complicaties te voorkomen. De ziekte van Lyme kan namelijk behandeld worden met antibiotica. Hoe sneller de behandeling begint, hoe beter de prognose voor de hond. Het is belangrijk om de behandeling vol te houden totdat de arts aangeeft dat het voltooid is, zelfs als de symptomen verdwenen zijn.
Babesiose
Niet alle tekensoorten kunnen Babesiose overdragen. In Europa is er tot nu toe maar 1 tekensoort die de ziekte kan overbrengen. Deze teek wordt Dermacentor Reticularis (ook wel hondenkillerteek) genoemd. De teek is iets donkerder en groter dan een normale teek. Een aantal jaar geleden kwam deze teek niet in Nederland voor, maar tegenwoordig zijn er wel plekken waar deze teek zich kan bevinden. Nadat de teek begint met het zuigen van het bloed duur het ongeveer 3 dagen totdat de ziekte wordt overgedragen aan een hond. Je kan de ziekte van Babesiose herkennen doordat de urine een rode kleur heeft gekregen. Ook krijgen honden vaak last van koorts, bloedarmoede, een slechte eetlust en moeten ze overgeven. In het ergste geval kan deze ziekte dodelijk zijn voor honden. Heb je het vermoeden dat jouw hond Babesiose heeft? Neem dan zo snel mogelijk contact met de dierenarts op. Je kunt Babesiose behandelen door de juiste medicijnen te geven, als je er snel bij bent is je hond vaak vrij snel genezen.
Hoe verwijder je teken bij de hond?
Als je een teek op het lichaam van jouw hond vindt, moet je deze zo snel mogelijk verwijderen. Dit kan met een speciale tekenpincet of met een tekenhaak. Trek de teek niet uit met je vingers, omdat dit kan leiden tot het achterlaten van de kop in de huid van je hond wat voor ontstekingen kan zorgen. Na verwijdering van de teek, moet de beetplek goed gedesinfecteerd worden. Wil of durf je de teek zelf niet te verwijderen breng dan zo snel mogelijk een bezoek aan de dierenarts. Houd de hond in de gaten en controleer of de eerder beschreven symptomen niet optreden.
Hoe voorkom je teken bij de hond?
Je begrijpt dat het dus erg belangrijk is om teken te voorkomen bij jouw trouwe viervoeter, voorkomen is overigens beter dan genezen. Om jouw viervoeter te beschermen tegen teken kun je gebruik maken van een tekenband, spray’s, pillen of pipetten. Daarnaast kun je de overdraagbare ziektes voorkomen door een teek zo snel mogelijk te verwijderen als je deze hebt waargenomen. Het is hierbij belangrijk dat je de hond regelmatig op teken controleert na een wandeling.
Ga je met je hond op vakantie? Ga dan voor vertrek na of hier andere soorten teken voorkomen die andere ziektes kunnen overdragen. Raadpleeg de dierenarts of hier aanvullende maatregelen voor nodig zijn.